Bij de beoordeling van kwaliteitsverklaringen kijkt het onafhankelijke College met Deskundigen van BCRG of de betreffende norm op een juiste wijze is toegepast. In een vorig artikel hebben we al eens beschreven dat veel onderbouwingen van verklaringen niet aan de betreffende normen voldoen. Soms komt dat door interpretatieverschillen die ontstaan door onduidelijkheden in de norm. Soms ook constateert het College een omissie in de norm. Deze onduidelijkheden en omissies geven wij altijd door aan de normcommissie die de normen dan kan verbeteren.

Met enige regelmaat constateert ons College van Deskundigen dat onderbouwingen van verklaringen niet aan normen voldoen. We zien dan bijvoorbeeld dat er verkeerd is afgerond of dat men net over de grens gaat wat in de norm is toegestaan. Het College bestudeert dan ook zeer nauwgezet de normen die gebruikt zijn. Soms leidt dit weer tot interpretatieverschillen, maar soms ook constateert het College dat er, naar hun oordeel een omissie of fout in de norm zit.

Interpretatie vragen

BCRG koppelt deze informatie altijd terug aan de betreffende normcommissie. Als het om interpretatieverschillen gaat, vragen we hoe we de betreffende paragraaf of opmerking moeten interpreteren. Als we dan een antwoord ontvangen, leggen we de interpretatie vast en passen we deze toe bij de beoordeling. In de meeste gevallen zal de commissie het desbetreffende onderdeel in de volgende versie van de norm verduidelijken. Als het volgens het College om een omissie gaat, leggen we dit ook aan de normcommissie voor en vragen we hen of het een omissie betreft en zo ja of ze dit in een volgende versie van de norm (of erratum) kunnen aanpassen.

Niet zelf deelnemen

Met enige regelmaat vraagt men BCRG of we in een bepaalde normcommissie willen participeren. Het antwoord hierop is altijd ‘Nee’. BCRG wil haar rol zuiver houden en de aangevraagde verklaring beoordelen op basis van die norm. Als BCRG ook aan specifieke normcommissie zou deelnemen, en dus in feite ook de norm vaststelt, dan is dat onze optie niet zuiver om vervolgens op basis van die norm een product te gaan beoordelen. Daarom voeden wij de normcommissies wel met opmerkingen en mogelijke aanvullingen, maar nemen we niet deel aan de totstandkoming van een norm.